In mijn FaceTime-scherm wordt een oude foto opgehouden van een tweejarig peutertje met een volle donkerblonde haardos. ‘Who’s this?’, vraagt granny aan de andere kant van de lijn. ‘Owna!’, roept Owen uitgelaten terwijl hij naar het kiekje wijst (zijn eigen naam komt er nog niet helemaal lekker uit). En ergens heeft hij natuurlijk groot gelijk. Zijn papa is op die foto gewoon Owen. Twee druppels water.
Owen is een leuke fifty-fifty: Nicks neus en mond, mijn ogen en voorhoofd. Daarom zijn er ook diverse peuterfoto’s van zijn mama waarop de genen goed zichtbaar zijn. Het DNA komt niet alleen in de uiterlijke kenmerken bovendrijven. Owen heeft de pech dat hij de hitteresistentie van mij heeft geërfd. De bloedhete New Yorkse zomers zijn een marteling. Het liefst zou hij in zijn luier de straat op gaan. ‘Uit! Heet!’, klaagt hij als we op een broeierige dag in de speeltuin zijn. Hij trekt aan zijn T-shirt en krabt ongemakkelijk de jeuk van de warmte weg. Arm ventje, dit is nog maar het begin. Juni valt in het niet bij juli en augustus. ‘Hoe gaan we die zomer in godsnaam overleven?’, gaat er angstvallig door me heen terwijl ik een oververhitte Owen zwetend opvang onderaan de glijbaan.
LEES OOK: BLOG EVELIEN; SCHAAR VERSUS SNEEUWSTORM
Alsof ze mij hoort denken is daar nog geen minuut later een tienjarige reddende engel. Een grote zus verandert het waterkraantje van de speeltuin in een sproeier voor haar broertjes. Met haar duim op de kraan maakt ze grootse waterpret. Owen snelt naar de verkoeling. Hij wappert met zijn handjes en dartelt vrolijk door de druppels. Even later verlaat ik de speeltuin met een doorweekt, afgekoeld en opgewekt jochie in de buggy. Water wordt onze hittestrategie deze zomer. Dan gaat mijn telefoon. ‘We’re going to London, babe!’, klinkt mijn Engelsman enthousiast in mijn oor. Dat is het. De eerste zin van ons nieuwe hoofdstuk. Vanaf half juli verruilen we Lady Liberty voor Big Ben. Oude baan voor droombaan. Ver weg van voor dichter bij familie en vrienden. En gelijk een effectieve hittestrategie, dat Londen.
’s Avonds knallen we de kurk uit een fles champagne. Tijdens de bubbels bespreken we de toekomst. We fantaseren over ons Londense leven. En halen herinneringen op aan het New Yorkse: bolle buik, baby, baan. En natuurlijk de hier gemaakte vrienden. Ik ben straks dan wel dichter bij mijn oude, maar ver weg van mijn nieuwe. Niet meer in de buurt bij Tess. Er zijn al heel wat tranen om gelaten. Maar we hebben nog wat weken. Dus wandel ik de volgende dag met Owen naar mijn beste maatje, én de zijne: Bonnie. We spreken af bij de sproeiers. Niet een kraantje, maar het echte werk. De speelfonteinen van Carroll Park. Tess en Bonnie wonen er om de hoek. Het is een win-win.
In oktober 2015 verhuisde Evelien met haar Engelsman van Amsterdam naar New York. Een jaar later werd ze mama van Owen. Hoe het voor haar is om moeder te zijn in ‘the greatest city on earth’ lees je maandelijks via CITYMOM. Meer lezen van Evelien? Neem een kijkje op haar blog Concrete Impressions.
LEES OOK VAN EVELIEN: