Het was gelukt: we hadden een huis gekocht (zie vorige blog!). Een huis dat we één keer acht minuten van binnen hadden gezien. Waar een normaal mens een maand nadenkt over de aanschaf van een boven-budget handtas, hadden wij na acht minuten speeddaten meteen metersdiep in de buidel getast en nu zaten we er aan vast. Toen we een paar dagen nadat ons bod was geaccepteerd samen met mijn ouders en de meisjes teruggingen naar het huis, waren we dan ook een tikkeltje nerveus. Maar toen de deur openging zagen we het meteen. Die gang. Die vloeren. En die ruimte. Die rúimte! We hadden het goed gevoeld. En mijn ouders voelden het ook. Dit is óns huis.
We spraken af dat de sleuteloverdracht drie maanden later zou plaatsvinden en maakten plannen voor een kleine verbouwing. De keuken moest worden verplaatst zodat we daar een extra kinderkamer konden maken en alle muren, deuren en kozijnen moesten geschilderd worden. Man wierp zich op als Chef Verbouwing (de held) en ik werd Chef Agenda, een gouden duo if I may say so. We gingen op (een al voor de huizenjacht geboekte) vakantie en op de wiebelige wifi in de Toscaanse heuvels werkten we verder aan ons masterplan.
Twee weken later keerden we als herboren terug op Schiphol en nog geen 24 uur later zaten we bij de notaris. We tekenden, we proostten en vlak daarna stapten we over de drempel van onze nieuwe aanwinst. Alle kamers waren nu leeg, alleen in een zijkamer stond nog de piano die we hadden overgenomen. Met de meisjes op schoot speelde Man De Wielen van de Bus en de eerste familietraditie was geboren.
In de weken daarna klonken er heel andere geluiden, want de verbouwing werd meteen full force ingezet. Zoals het een goede buur betaamt, stopten we excuusbriefjes in alle omringende brievenbussen (hoewel ik tegenwoordig wel eens vrees dat een gefrustreerde peuter meer herrie maakt dan een klopboor…) en Chef Verbouwing ging ’s ochtends én ’s middags bij de werkmannen langs om de vorderingen te bekijken. Soms gingen de meisjes en ik mee, maar omdat het ijzerwerk nog uit de muren stak en de deuren nog plakten van de verf baanden we ons meestal snel een weg naar de tuin om de alvast gekochte glijbaan uit te proberen.
Helaas was de verbouwing niet op tijd klaar, maar omdat we ons oude huis moesten opleveren zijn we met hulp van mijn familie (en de broodjes kroket van mijn vriendinnen) toch op de geplande datum verhuisd. Dat betekende zeker nog een week kamperen in de woonkamer en hoewel dat natuurlijk niet helemaal was hoe we het ons hadden voorgesteld, heeft Oudste het nog steeds over de kadetjes met salami die ze toen twee keer als avondeten kreeg. De meisjes konden een dag extra naar de crèche, zodat de mannen in de keuken een eindsprint konden trekken. En ineens was het af.
Chef Verbouwing werd gepromoveerd tot Chef Electra en terwijl hij zorgde voor licht, tv en wifi, werkte ik me door de ruim 100 (!) verhuisdozen heen. Langzaam zagen we ons huis tot leven komen: de nieuwe meterslange eettafel waaraan we met de hele familie onze verjaardagen kunnen vieren, de slaapkamer waar Oudste haar poppen kan uitstallen en de hal waar de kinderwagen en fietsstoeltjes niet in de weg staan. Vanaf de eerste nacht in haar eigen kamer sliep Jongste ineens wél door en gaf daarmee een gouden randje aan The Big Move. De meisjes voelden het dus ook. Dit is óns huis.
LEES OOK VAN RONNE;
Mooie blog Ronne!