Mijn middelste dochter is twee. Of, zoals ze zelf zegt: tweejemhaf. Tweeënhalf dus. Na pakweg je vijfde is het geloof ik niet meer heel gebruikelijk om je leeftijd nog in helften aan te duiden, maar op twee jaar maken zes maanden natuurlijk een wereld van verschil. Dat snap ik best. Daarom nemen wij die emhaf bij ons thuis heel serieus. Zoals vaak bij kinderen is hun leeftijd niet alleen een statussymbool, maar ook een rekeneenheid. Je mag tweejemhaf koekjes, je moet nog tweejemhaf slokken melk en als je over tweejemhaffe tel niet hier bent, ga je maar op je sokken naar buiten. Works every time.
Tot zover de makkelijke kant van twee. Emhaf, pardon. Want de correcte formulering van haar leeftijd is niet het enige waar mijn dochter een uitgesproken mening over heeft. Of het nu gaat om aankleden, tandenpoetsen of iets willekeurigs als een appel schillen met een vlijmscherp mesje: ze heeft maar één doel. Ze. Wil. Het. Zelf. Doen. Niet met een beetje hulp, niet met een beginnetje door ons en al helemaal niet samen. Zelf. Zelf! ZEEEEELF.
Op sommige dagen word ik daar he-le-maal gek van, want ik gun haar al die zelfstandigheid en persoonlijke ontwikkeling van harte, maar kunnen-we-nu-in-vredesnaam-een-beetje-opschieten? Want dat is ook zo’n leuk grapje van de biologie: dat peuters geestelijk al helemaal klaar zijn om hun eigen jas aan te trekken, maar ze daar lichamelijk eigenlijk nog net niet toe in staat zijn. Of alleen na zo’n twintig minuten. Per mouw.
En dan vergeet ik vaak ook nog dat de oplossing voor de vertraging juist níet is om het dan even snel over te nemen, want dan wordt er helemaal een blik peuterdynamiek opengetrokken die ons de rest van de ochtend nog parten zal spelen. Bijvoorbeeld in de supermarkt , als ze het zelfs vanuit het zitje voor elkaar krijgt om allerlei ongewenste boodschappen in het winkelwagentje te gooien. In een onbewaakt ogenblik heeft ze drie potten pastasaus te pakken. Want: Zelf. Zelf! ZEEEEELF. Nog een geluk dat zowel de potten als de peuter niet op de betonnen Jumbo-vloer kapot vallen.
En net als ik de saus uit haar handen wil trekken (inclusief verhoogde kans op drama), realiseer ik het me: dit is een full circle moment. Once again. Want drieëndertig jaar geleden viel ik als peuter uit een winkelwagentje omdat ik ook zo graag mijn eigen boodschappen wilde doen. Dat ik daartoe fysiek nog helemaal niet in staat was, weerhield mij er ook niet van om (in dit geval gewoon letterlijk) de sprong te wagen. De aangeboren behoefte aan zelfstandigheid en ontwikkeling is blijkbaar groter dan angst. Mooi eigenlijk. Bij mijn dochter is de behoefte om alles ZEEEEELF te doen, ook zeker groter dan respect voor haast, ongeduld of ‘hoe het hoort’.
Dus op goede dagen denk ik daaraan. Als ik het waag om haar laarzen alvast klaar te zetten in de woonkamer zodat ze er makkelijk in kan stappen, brengt ze ze helemaal terug naar de hal, gooit ze daar terug op de plek waar ze lagen, pakt ze vervolgens weer op en zet ze klaar in de woonkamer zodat ze er makkelijk in kan stappen. Niet zelden stapt ze daarbij met de goede voet in de verkeerde laars, maar omdat ik dan meestal ook nog een baby en een kleuter probeer aan te kleden, doe ik geen moeite haar te corrigeren. Zolang het geen primaire levensbehoeften betreft, gun ik haar de victorie. Je bent ten slotte maar één keer tweejemhaf.
LEES OOK DE VORIGE BLOG VAN RONNE: OP JE ACHTERHOOFD GEVALLEN.
BLOG BY RONNE THEUNIS
De meisjes, de liefde en de stad: my life in a nutshell. Geboren in een dorp maar CITYMOM uit overtuiging. Moeder van Cato (0), Lou (2) en Wies (3), vrouw van Jim en wonend & werkend in Amsterdam. Gelukkig achter de kinderwagen en achter mijn laptop. Gek op zaterdagochtend, goeie teksten en full circle moments. Drie dochters in drie jaar en Amsterdam door hun ogen is mooier dan ooit. En we raken niet uitgekeken!
Photocredits; www.bundlebabies.co.uk