Mousserende wijn wordt vaak gedronken bij een feestelijke gelegenheid. Als je zelf iets te vieren hebt, heb je misschien ook wel een fles Champagne, Cava of Prosecco in huis gehaald. Ga je dit samen met anderen drinken? Dan wil je het op de best mogelijke manier serveren. Logisch, want dan is de wijn op zijn lekkerst. Veel mensen weten alleen niet precies hoe ze mousserende wijn serveren. Daarom vertellen wij je hier wat de beste manier is!
Koel de fles eerst
Het is je misschien wel bekend dat mousserende wijn gekoeld het lekkerst is. Bewaar een fles daarom altijd in de koelkast, wijnkelder of wijnklimaatkast. De ideale serveertemperatuur voor Champagne, Cava en Prosecco ligt grofweg tussen de 6 en 10 graden. Bewaar hem liever niet bij een koudere temperatuur, want dat zorgt voor minder aroma’s. Warmer is ook niet aan te raden, want dan schuimt de wijn veel meer. Voordat je een mousserende wijn inschenkt, is het verstandig om hem minimaal drie uur te koelen.
Verwijder het folie en de muselet
Heeft de mousserende wijn de ideale serveertemperatuur bereikt? Dan wordt het tijd om het in te schenken. Voordat je dit kunt doen, moet je de fles eerst openen. Begin met het verwijderen van de folie. Deze peuter je vaak vrij makkelijk los. Zodra de folie eraf is, komt de muselet bloot te liggen. Draai dit ijzeren korfje rustig los en verwijder hem vervolgens van de kurk.
Draai de fles
Als je het folie en de muselet verwijderd hebt, kun je de fles ontkurken. Veel mensen drukken hem er simpelweg uit met hun duimen, maar dit is niet de beste manier. Hoe je dit dan wel doet? Houd de fles om te beginnen in een hoek van ongeveer 45 graden. Pak de kurk vervolgens met je ene hand vast en de fles met je andere hand. Draai de fles nu en houd de kurk stil. Je merkt dat hij langzaam maar zeker omhoog komt. Zodra de kurk uit de fles komt, volgt er een zachte ‘plop’.
Gebruik een glas voor mousserende wijn
Mousserende wijnen worden vaak geserveerd in een hoog en smal glas, ook wel een flûte genoemd. De bubbels komen zo goed tot hun recht, maar de geurbeleving is beperkt. Serveer de wijn daarom in een tulpvormig glas. De kans is groot dat je wel zo’n wijnglas in huis hebt, want je kunt er ook prima Saint-Émilion of Chardonnay in serveren. In een tulpvormig glas kunnen de aroma’s zich goed ontwikkelen en blijven de bubbels ook nog eens mooi.
Schenk de wijn in
Staan de glazen klaar? Dan wordt het tijd om de mousserende wijn in te schenken. Zet de glazen niet rechtop, maar houd ze schuin. Schenk altijd met beleid en laat de wijn langs de binnenwand van het glas lopen. De bubbels blijven zo behouden en je voorkomt dat er schuim over het glas loopt. Schenk het glas nooit helemaal vol, maar vul hem tot ongeveer twee derde. De geur komt dan het beste tot zijn recht.
